donderdag 15 juli 2010
Alleen door training
Kung Fu is een term die gebruikt wordt om de martiale Chinese vechtkunst aan te duiden, maar menigeen vergeet daarbij te vertellen dat het van origine onderdeel is van veel algemener kloosteronderwijs, waarbij ook op ander gebied training werd verkregen. In de middeleeuwen ontwikkelden de Chinese monniken de zelfverdedigingskunst mogelijk als antwoord op aanvallen van bandieten, naast hun reguliere boeddhistische educatie, waardoor een prachtige mix ontstond van weerbaarheid op fysiek en geestelijk terrein. Uithoudingsvermogen, ademtechnieken, lichaamssouplesse, focus, ontspanningstechnieken en boeddhistisch onderwijs horen oorspronkelijk bijvoorbeeld tot de disciplines van de monniken van het Shaolin-klooster. Allerlei soorten van krachtmeting en uithoudingsvermogen door geduldige oefening ontstonden zo in de loop ter tijden. Monniken die bij 25 graden onder nul nog in hun nakie buiten kunnen zitten, of door naalden of speren doorboord worden of aan hun nek worden opgehangen, en het er nog levend vanaf brengen ook; het zijn maar voorbeelden. Er is ook een 90-jarig monnikje dat op één vinger kan staan. Daarmee is hij 's werelds houder van het Guinness Book of Records. Symbolisch wijst hij zo wel naar zijn eigen graf denk ik, en het nut ervan moet nog nader worden bepaald, maar het blijft een knap staaltje Kung Fu. Ik denk dat Bruce Lee het toch niet zo lang had volgehouden als deze rare Chinees.
Labels:
boeddhisme,
china,
Chinese vechtkunst,
kung fu,
monnik,
Shaolin
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten