zaterdag 19 april 2014

FILOSOFIE VOOR PUBERS


Kinderen in de puberteit zijn nieuwsgierig. Ze willen weten wie ze zijn en wat de wereld hen te bieden heeft. Hun hersenen draaien overuren. Volwassenen die met deze adolescenten te maken hebben, ondervinden daarom vaak problemen met hen. Hun gedrag laat te wensen over vanwege de (soms erg zorgwekkende) keuzes die ze maken. Dat heeft met dat 'ontdekken' te maken. De 'nieuwe' wereld van hun generatiegenoten lijkt ineens belangrijker dan wat ze door de strot geduwd wordt vanuit de 'saaie oubollige' maatschappij en het ouderlijk gezag. Maar vlak ze niet uit, die jonge denkertjes. Ze zijn snel van begrip. Adolescenten zijn vaak vele malen creatiever, idealistischer en vindingrijker dan volwassenen. Ze hebben alleen andere prioriteiten dan hun ouders.

Filosofie geeft niet direct antwoorden op hun vragen, maar biedt hen wel een instrument om met onderzoekende blik een rustig, evenwichtig beeld te scheppen van de wereld om hen heen. Het is niet erg als je jezelf vragen stelt en zelfs niet als je maar eindeloos blijft twijfelen. Dat doen zelfs de grootste filosofen. Sterker nog, het is hun vuistregel, hun plicht!

In de afgelopen paar jaren schreef ik een boek over de beginselen van de filosofie voor deze doelgroep van adolescenten: "HET DIKKE DENKBOEK." Wat hield deze ambitieuze onderneming in? In plaats van al te moeilijke termen en begrippen te gebruiken, leek het mij zinvoller om vragen te onderzoeken die ook bij jongeren (zouden kunnen) leven.Het moest, vond ik, een boek worden om deze jongeren te prikkelen tot kritisch denken en het aangaan van dialogen. Op een onderhoudende manier, met humor en leuke anekdotes en af en toe een casus. Dat bleek geen eenvoudige opgave, maar het was wel superleuk of beter gezegd 'vet' om daarmee bezig te zijn. Eindelijk is het nu zover. Het boek is deze week (rond Pasen 2014) uitgekomen en reeds volop in de picture. Men tweet en retweet, deelt facebook-pagina's en stuurt mailtjes met felicitaties. Nu moet ook de verkoop nog goed gaan, dan komt mijn droom helemaal uit.

Filosofie heeft in Nederland een enorme belangstelling gekregen de laatste jaren en dat is ook in het buitenland opgevallen: nergens wordt zoveel gefilosofeerd als in ons land. Op middelbare scholen is het inmiddels bijna gemeengoed en er verschijnen wekelijks nieuwe titels van hedendaagse filosofen in ons taalgebied. De vraag is: hebben we hier nu wat aan, of is het niet meer dan een modeverschijnsel? Volgens mij ligt de zin van filosofieonderwijs vooral in het feit dat al op een jonge leeftijd kennis wordt bijgebracht om goed te lezen, goed na te denken en wetenschappelijk te werk te gaan. Daarmee hebben de filosofieleerlingen een streepje voor in het vervolgonderwijs en in de veeleisende maatschappij waar beslissingen moeten worden afgewogen op rationele gronden en op een wetenschappelijke manier. Maar liefst 85% van de afgestudeerde filosofiestudenten heeft binnen 1,5 jaar een baan. In deze tijd is dat niet niks: het is in ieder geval een bewijs dat filosofie als vak ten volle wordt gewaardeerd in onze maatschappij. Gelukkig maar.

Voor de kinderen zelf en voor hun verdere leven, ook al gaan ze geen filosofie studeren, is het handig om goede definities paraat te hebben van wat vrijheid nu eigenlijk inhoudt, of welke zaken meespelen in de ethiek van bijvoorbeeld het strafrecht of bij milieukwesties of in de medische zorg. Noem maar op, overal komen we dilemma's en moeilijke kwesties tegen. De maatschappij die steeds meer ruimte biedt aan het individu, zadelt hem of haar daardoor op met belangrijke kwesties waar hij of zij over na moet denken. Overheid of andere autoriteiten zoals scholen lijken hun gezag in opvoeding en guidance te zijn verloren. We moeten het voortaan zelf allemaal uitzoeken.

"Het Dikke Denkboek" kan een eerste aanzet zijn om kinderen te interesseren en enthousiast te maken voor filosofie. Dat hoop ik met hoofd en hart: er wordt tegenwoordig mede dankzij de nieuwe media zoals YouTube en vele forums erg veel onzin verkondigd. Van complottheorieën ('9-11 was opgezet door de CIA') tot ontkennende beweringen over de Holocaust, over geloofskwesties ('varkensvlees is aantoonbaar slecht voor je gezondheid') en kwakzalverij, bijgeloof, enzovoorts. Jonge mensen zijn erg beïnvloedbaar en zouden deze zaken voor lief kunnen nemen terwijl het vrij eenvoudig is om aan te tonen dat redeneringen niet kunnen kloppen en/of verifieerbaar zijn, als we maar weten welke vragen we moeten stellen en aan welke voorwaarden wetenschap en kennis moeten voldoen.

Laatst sprak ik iemand die tegen mij zei: 'Ja, het is wel leuk wat je daar vertelt, maar die wetenschap van jou kan het ook mis hebben.' Ik heb deze persoon nu mijn boek gegeven en verteld, dat als hij het helemaal uitgelezen heeft, we het er nog een keer opnieuw over zullen hebben. Misschien een beetje arrogant van me om niet uit te leggen wat de definitie van wetenschap precies is, maar ja, ik was een beetje moe van het vechten tegen de bierkaai.
Filosofie zal heus niet bij iedereen aanslaan. Het is een discipline die je moet liggen en waar je geduld voor moet hebben (zei hij, die zijn geduld had verloren). Bij het beoefenen van filosofie moet je je niet te gauw tevreden stellen met een antwoord, want juist dat is de gruwel van elke serieuze filosoof.
Voor alle duidelijkheid: ik ben geen filosoof maar een schrijver en redacteur van (o.a.) kinderboeken. Ik onderken wel de waarde van filosofieonderwijs en hoop mijn steentje op dat vlak te hebben bijgedragen. Het manuscript is bewerkt en geredigeerd door drs. Norma Montulet (filosofiestudie aan de Universiteit Nijmegen) en Fabien van der Ham, een kinderboekenschrijfster die veel op scholen werkt en die voor haar originele ideeën om met kinderen te filosoferen in 2012 de Berrie Heesenprijs ontving. Het Dikke Denkboek is te koop via boekhandel of op internet via bijvoorbeeld Libris.nl of Bol.com, Ako.nl en kost € 16,95. ISBN: 978-90-818121-2-2 De tekeningen uit het boek zijn van Sieger Zuidersma.

Er is ook een website van het Dikke Denkboek: www.hetdikkedenkboek.nl

Ik ben beschikbaar voor vragen via de mailbox van de uitgeverij: info@uitgeverijblop.nl

Naschrift van mij (januari 2015): Het boek is een rage geworden, lijkt het. Een bewijs dat (flauwe) humor en (serieuze) filosofie heus wel goed samengaan!

dinsdag 15 april 2014

De parabel van het paradijs

[op houten paneel geschilderd door Lucas Granach de Oudere (plm. 1513/1515)]

De Hof van Eden was volgens de Bijbel de perfecte en prachtige plaats waar de eerste mensen, Adam en Eva verkeerden.
Volgens het Bijbelboek Genesis, het tweede hoofdstuk, lag de hof in Eden, in het oosten. In de hof ontsprong een rivier die zich in vieren splitste, in de Pison, de Gichon, de Tigris en de Eufraat.
De referentie in de Bijbel is vrij concreet: de Tigris en Eufraat bestaan nog steeds en de stroomgebieden van deze rivieren bevinden zich tegenwoordig in Irak, Syrië en Turkije. Nu denk je bij dat gebied niet snel aan de paradijselijke begintijden van Adam en Eva. Een kleitablet in spijkerschrift dat werd gevonden in de stad Nippoer, de religieuze hoofdstad van het Soemerische rijk, verhaalt van een mythe waarin een paradijselijke land bestond waar ziekte noch dood voorkwam.
In deze mythe is ook sprake van een ‘rib’ van de watergod Enki, die beschadigd raakt maar waaruit de moedergodin van de aarde Ninhursag een godin liet voortkomen (naast nog zeven andere lichaamsdelen) om hem te genezen.
De godin die uit deze rib voortkwam heette Ninti, een naam die zich laat vertalen als ‘de dame van de rib’ maar ook als ‘de dame die leven maakt’. Deze dubbele betekenis is alleen in het Soemerisch geldig. In de taal van de Bijbel werkt zij niet. Maar als we de naam Eva vertalen, wordt de vertaling wel weer logisch, want die naam betekent eveneens ‘zij die leven maakt’. En zo is ook verklaarbaar waarom de tamelijk vreemde passage waarin Eva uit de rib van Adam geboren is, in het Bijbelverhaal is opgenomen.
Uit de Statenvertaling van de Bijbel:
[21] Toen deed de HEERE God een diepen slaap op Adam vallen, en hij sliep; en Hij nam een van zijn ribben, en sloot derzelver plaats toe met vlees.
[22] En de HEERE God bouwde de ribbe, die Hij van Adam genomen had, tot een vrouw, en Hij bracht haar tot Adam.
Dat er nog steeds mensen zijn die deze verhalen uit de Bijbel, die door vroegmiddeleeuwse geleerden en schrijvers/vertalers samengesteld zijn uit oude mythen uit het Nabije Oosten, letterlijk nemen, en deze zelfs als enige waarheid boven elke wetenschappelijke grondslag verheven achten, is voor mij een compleet raadsel. De Bijbel is een literair werk dat niet geschreven is om de teksten letterlijk te nemen. Ze staan immers vol met parabels en verwijzingen en niet met geschiedkundige feiten. Om het nog maar niet te hebben over onnauwkeurigheden in aantallen jaren, of vrije interpretaties c.q. onzorgvuldigheden van deze vroege Bijbelvertalers.
Het is uitermate interessant om de Bijbel te bestuderen en parallellen te zien met de eeuwenoude verhalen zoals het Gilgamesj epos of de Egyptische mythe van Isis en Osiris, of die met de werken van Griekse filosofen. Dat zegt wat over de rijkdom van de Bijbel en het zoeken naar wijsheid van deze vroege literatoren.
In het kleitablet van Nippoer komen trouwens ook de namen Eden en Adam voor. Adam betekent in het Soemerisch zoiets als ‘nederzetting op de vlakte’ terwijl Eden verwijst naar ‘ongecultiveerde vlakte.’