dinsdag 22 juni 2010

Synthetisch leven


Wetenschap kan soms erg griezelig zijn. De ontdekking van de atoomsplitsing is zo’n voorbeeld; deze had verregaande consequenties voor het mensdom (atoombom, Tsjernobyl, maar ook kernenergie voor de opwekking van elektriciteit, medische toepassingen, enzovoort). In dit decennium is het mogelijk geworden om – zij het nog experimenteel – synthetisch leven te laten ontstaan. Om kippenvel te krijgen. Over een paar jaar krijgen we misschien robots die griezelig echt lijken op mensen. Dan weet je straks misschien niet meer wie je voor je hebt: bent u synthetisch of lijkt dat maar zo? Nou ja, dat zal nog allemaal wel niet 1-2-3 mogelijk zijn. Zo’n vaart loopt het niet. Toch maar even uitleggen dan wat synthetisch leven is en wat je er mee kunt doen.
Synthetisch leven is kunstmatig leven dat gemaakt is uit dood materiaal (bijvoorbeeld een lege cel). Voor het eerst claimen wetenschappers uit de VS hierin namelijk te zijn geslaagd. Het doel hiervan is driedelig: 1. Een leereffect uit bestudering van de wijze waarop het leven ontstaat; 2. Het leren ontwerpen van complexe systemen (genetische manipulatie); 3. Grensverleggend onderzoek op het raakvlak van mens en machine (computers) dat er uiteindelijk toe leidt om programmeerbare organismen te maken.
Met behulp van een computerprogramma is dna nagebouwd en is van dood materiaal (bacterie) nieuw materiaal gemaakt met een nieuwe structuur. Het vermenigvuldigt zich niet alleen, de voortbrengselen van het kunstmatig organisme hebben ook alle eigenschappen van de ‘moeder’. Onderzoeker Craig Venter van het Amerikaanse J. Craig Venter Institute (JCVI) gebruikte een lege cel van de bacterie mycoplasma capricolum.
Het lijkt science-fiction maar het is wel degelijk echt.
Venter hoopt dat de nieuwe techniek gebruikt kan worden om milieuproblemen op te lossen. Zo zouden er in de toekomst cellen kunnen worden gemaakt die CO2 opnemen. Die stof wordt gezien als de veroorzaker van de opwarming van de aarde.
Ook zouden cellen zo gemanipuleerd kunnen worden dat ze olie opzuigen (bijvoorbeeld na een BP-ramp van middelgrote afmeting) of juist olie produceren. Het klinkt ineens helemaal niet eng meer, integendeel, na deze uitleg is het waarschijnlijk de beste ontdekking sinds de paperclip.
Venter is een van de bekendste genonderzoekers ter wereld. Hij creëerde in de jaren negentig een manier om snel genen te kunnen ontdekken. Daarna kreeg zijn team het voor elkaar om alle genen van organismes in beeld te brengen. Dat lukte onder meer bij fruitvliegjes, muizen en ratten. Ook het menselijk genoom werd uitgeplozen. Ik weet wel waar de volgende Nobelprijs heen gaat. Naar een vent die Venter heet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten