
Jaren van vruchteloos zoeken door de Britse politie en Interpol leverde niets op totdat het heerschap in 2008 de befaamde Folger Shakespeare Library in Washington DC binnenliep en de hoofdbibliothecaris vroeg om de authenticiteit van het boek te bevestigen. Hij beweerde dat hij het bij toeval op Cuba gevonden had, toen hij werkte voor een ‘Cubaanse commandant wiens moeder een oud boek bewaarde in haar nachtkastje’. En gij gelooft dat zelf? Laat me niet lachen. Een eerste druk van Shakespeare in Cuba? Haha, daar hebben ze alle schatten van enige waarde allang verkocht. Interpol werd dan ook meteen op de hoogte gebracht en sindsdien probeert Scott zich met de meest fantastische smoezen te verdedigen. In werkelijkheid had de man door zijn spilzieke levensstijl een gigantische schuldenberg opgebouwd en wilde hij er nog meer geld doorjagen om indruk te maken op zijn Cubaanse minnares. De verkoop van de folio moest dat bekostigen. Jammer dan, het wordt dokken voor deze misdaad: hoewel daarmee de schade die aan het boek is toegebracht niet wordt opgeheven.
Op diverse zittingen van het gerechtshof in Newcastle, waar het proces plaatsvond, verscheen Scott met limousine en bodyguards en ging hij gekleed in een designerpak. Een andere keer begon hij verkleed als Che Guevara champagne op de aanwezige persfotografen te spuiten. Dit om te laten zien dat hij echt gevoel voor realiteit bezit.

Scott is graag het middelpunt met zijn mythomane escapades en zijn groteske verschijning, en lijkt daarmee sprekend op andere halfgaren die in hun eigen superieure ikje blijven geloven, hoewel ze nog bij hun mama wonen... (Nee nee, Rutte bedoel ik niet, die is er nog braaf bij). Het is een beetje droevig allemaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten